(reclame)

 

2015

PHIL HALEY & his COMMENTS
Valkenswaard, 12 december 2015

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Guy

Eindelijk traden Phil Haley & his Comments (GB) op in het zuiden in plaats van in het noorden van het land, en als jiver mag je deze kans niet onbenut laten. Tenslotte stond Bill Haley in de jaren ’50 toch aan de wieg van de rock ‘n’ roll, dus wij met de cats naar tapperij Barron in Valkenswaard.



Bij het binnenrijden van deze plaats ondervonden we alras dat het er erg gezellig aan toeging in de stadskern: overal kroegen bruisend van leven en qua wegenaanleg en ruimte-indeling alles kundig ontworpen, en dat gold ook voor café Barron, een opgewekte stemming en een sfeervolle inrichting met twee podia. De muziek stond wel loeihard en dan zijn oordoppen steeds welkom. We hadden een zithoek veroverd vanwaar we alles strategisch konden waarnemen, en de eerste groep die onze oren streelde was het CC Jerome Trio, voor mij wat slapjes, zeker tijdens het tweede speelblok. Ik had de indruk dat de zanger al een beetje in de wind was, vals zong en het eindnummer nodeloos wilde rekken. Enkele van de vrienden begonnen uit verveling van uitgedeelde folders papieren bootjes te vouwen. De zaak was inmiddels stampvol gelopen en zelfs Beethoven kwam binnen, een oudere ietwat grijze man met lang haar.


Het eerste deel van Phil Haley sloeg luttel tegen want er zong een zekere Laura Ashleigh mee die almaardoor liedjes van Brenda Lee en Wanda Jackson ten gehore gaf. Op zich is dat natuurlijk niet slecht maar je hebt bij zulke groep wel andere verwachtingen en dan slik je tweemaal door. De tweede speelhelft was stukken beter en daar weergalmden de echte Bill Haley klanken als Rock Around The Clock, See You Later Alligator en Shake Rattle And Roll, aangevuld met eigen nummers. Met hun geruite colberts en zwarte strik geven ze een mooi vertoon. Een man tussen de omstaanders wreef over een mini-tablet en even dacht ik dat hij uit verveling een spelletje Candy Crush uit zijn hoed had getoverd. Bij nader toekijken bleek hij de geluidsman die voorzichtig de knopjes van het volume van de instrumenten controleerde. Leek zijnde had ik zoiets nog nooit gezien. Elke muzikant gaf zijn eigen show: de contrabassist ligt ofwel op ofwel onder zijn instrument en speelt ongestoord verder, de tenorsax blaast uiterlijk onbewogen en cool scheurende, rauwe geluiden, de drummer brengt slepende klappen voort zoals op een nat stuk karton, gooit zijn stokken in de lucht en neigt dan overdreven ver voorover om de trillingen van het klankbekken te horen. Zanger-gitarist Phil Haley lacht je vriendelijk toe en is duidelijk geamuseerd wanneer hij het publiek vrolijk ziet dansen op zijn muziek, en reclame voor de nieuwe CD mocht niet ontbreken nadat hij het publiek een gelukkig kerstfeest had toegewenst. Uiteindelijk was ik blij dat ik deze heren in levende lijve had kunnen aanschouwen, al was het voor mij jammer dat het echt leuke pas laat in de avond begon rond half één 's nachts. Vanzelfsprekend mag iedereen daar anders over denken. De muziek van Bill Haley zinderde nog na toen ik later thuis de honden uitliet voor een wandelingetje in de koele regen.


naar boven

THE ROCKING NAVIGATORS
Oud-Turnhout (B), 14 november 2015

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Ik ben een beetje de aanstichter om mijn oude uitgaansvrienden op te trommelen voor een gezellig rock ‘n’ roll optreden, en als je 15 mensen uitnodigt voel je je ietsje ongerust over het goede verloop van de avond. Zal er genoeg plaats zijn? Valt de muziek wel mee? Dat soort vragen... Deze keer was het raak: via Boppin Around's Be There © had ik een muziektreffen van The Rocking Navigators gevonden in Café Elzenhof in Oud-Turnhout. Volgens bronnen zou deze knijp vroeger een oord van ontucht zijn geweest waar soldaten hun lusten botvierden, maar dat zijn slechts geruchten. Ik geef meestal mijn muziekvoorkeur aan de ouwe klassiekers vertolkt door ervaren muzikanten, dit was daarvoor een geschikte gelegenheid, dus wij met een hele kliek daarheen. Wat ik zag overtrof echter alle verwachtingen: de vierkante toog van de zaak stond pal in het midden van de verteerzaal en sloot onmiddellijk aan op de speelruimte. Het was met andere woorden een kruipkot, volledig uitgesloten om een metertje te dansen. Ik vraag me af waarom zulk café zoiets inricht, want wanneer je als sardientjes in een blikje tegen elkaar aanschuurt hap je meer naar lucht dan te genieten. We zaten op een halve meter van het orkestje, vlak aan een tweerichtingsdoorgang, rug aangedrukt tegen de tapkast. Ofwel gingen de voorbijgangers rechts richting wc ofwel naar links richting uitgang voor een rokertje. Jullie begrijpen onmiddellijk dat we onze buik- en bilspieren goed hebben geoefend, intrekken en uitsteken en achteroverbuigen maar.



The Rocking Navigators is een Nederlandse groep die de klassiekers speelt die jullie als ervaren rotten allemaal kennen. Ze hebben een zekere faam verworven omdat ze al meegespeeld hebben met groepen zoals The Tielman Brothers en het zijn mannen met humor, wat bleek na elk nummer: niemand die ook maar handklapte waarop de woordvoerder van de band de bezoekers meesmuilend bedankte. Ja, het was een verdomd futloos, saai publiek dat amper opkeek. Gelukkig voor de groep dat wij er waren om de boel nog wat op te krikken. De pianist was voor mij de schertsfiguur: af en toe tooide hij zich met een pruik, eerst een roze en daarna een omapruik die hij verkeerd had opgezet met het haardotje naar voren in plaats van naar achter. Bij countrynummers haalde hij een schietijzer boven. De leadgitaarspeler kwam mij soms wat onzeker over bij bepaalde Shadows nummers en bij Reveille Rock van Johnny & the Hurricanes ging hij helemaal de mist in. Het gevaar bestaat dat het publiek zoiets snel door heeft omdat het bekende nummers zijn. Toppunt was toen de barvrouw me op de rug tikte om achter de pianist een pakje sigaretten voor haar uit de automaat te halen, tijdens de voorstelling! Kun je je inbeelden dat je je wurmt tussen die brogers? Ik heb haar beleefd afgewimpeld.

En weer typisch Vlaams is dat je dan tijdens de afknijptijd (nvdr: pauze) in plaats van rock ‘n’ roll ofwel potpourri muziek met Vlaamse schlagers ofwel drie keer dezelfde CD ofwel Michael Jackson op je bord krijgt voorgeschoteld. Soms beseffen cafébazen niet dat achtergrondmuziek belangrijk is, en het scheelde niet veel of ik had daar een kettingdans ofte polonaise in gang gezet. Ondertussen gingen de vermakelaars met blanco papiertjes de zaak rond om e-post adressen te verzamelen voor reclame. Ik heb dat papiertje stilletjes achtergelaten, zo niet laten ze je voor geen seconde meer met rust. Ik volg alles wel op het wereldnet. Bij het buitengaan had de wind een bladertapijt op de grond gelegd, en het was koel en rustig in schrille tegenstelling met de muziek binnen.

4 maal op foto:The Rocking Navigators

naar boven

RADIO MODERN: BOOGIE PHIL & THE WISE GUYS
Heist op den Berg (B), 12 september 2015

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie



De kunst een verslag te schrijven berust er soms in om van kleinigheden grootse gebeurtenissen te maken en ze grappig voor te stellen. Als je het geluk hebt om als 60-plusser nog een weelderige haardos te hebben sta je een half uur voor de spiegel om een flinke vetkuif op te kammen. Je haren worden dunner dus je hebt wel beton-gel nodig om je snit in de juiste plooi te krijgen. Soms heb ik met weerborstels af te rekenen en minutenlang kleef ik die dan tegen mijn hersenpan met klodden vet. Zonder die glimmende toef ga ik niet buiten.
Op de speelrol van Radio Modern stond de Nederlandse groep Laverne & the Savoys geboekstaafd in het Cultureel Centrum Zwaneberg te Heist op den Berg. Mijn rijgids (nvdr: TomTom) liet het afweten en stuurde ons naar een hogere afgelegen kerk. Soms kunnen die twee begrippen dezelfde lading dekken. Eens ter plekke werd na de dansvoorstelling een gans andere groep afgeroepen, Boogie Phil & the Wise Guys, een boogie groep uit het Gentse. Blijkbaar had Laverne op de valreep verstek gegeven en dan sta je daar te koekeloeren en hoop je dat je niet afgaat voor de tien vrienden die je opgetrommeld hebt. Gelukkig werd me dat onheil bespaard, integendeel: we waren gelukkig niet tevergeefs gekomen want Boogie Phil is een geestgedreven boogie woogie pianist. Deze stijl is een mengeling van blues, swing en jazz uit de jaren ‘40 begin ’50, wat duidelijk was in songs als de stroll Night Train van Jimmy Forrest, Boogie Woogie Blues van Albert Ammons en het jazzy The Big Beat van Art Blakey. Bekende nummers waren Caravan van Duke Ellington, het door Duke Ellington geschreven Flamingo dat ik ken in de versie uit 1966 door de bekende trompettist Herb Alpert en ook gezongen door de Nederlandse jazz-zangeres Rita Reys, het beginliedje van de TV reeks The Flintstones, Blueberry Hill van Fats Domino, en zelfs Nat King Cole mocht niet ontbreken. Radio Modern had een goeie gok gedaan want de groep verveelt geen minuut en de pianist sleurt het publiek mee, aan swingen dus geen probleem. De avond viel op door rij- en groepsdansen, iets wat de sfeer enorm opkrikt. Een man uit de omstaanders wierp een schoen op het podium met een duidelijke hint de Stinking Shoe Boogie te spelen. Ogenschijnlijk kende hij hun repertoire. Ik heb eens nagebladerd op www.boogiephil.be, het webblad van dit gezelschap, waar ik vernam dat Boogie Phil reeds van kindsbeen af tot ergernis van de buren de piano koesterde tot hij op zijn 20ste in aanraking kwam met boogie woogie: een oude verzamel LP van Amos Milburn, Albert Ammons en Pete Johnson die hij op een rommelmarkt op de kop had getikt veranderde zijn leven voorgoed. Daarna studeerde hij aan het jazz conservatorium in Gent waarna hij zich volledig toelegde op muziek. Hij maakte deel uit van verscheidene groepen waaronder The Smoky Midnight Gang doch besloot later zich te herbronnen. Op zijn webstek trof ik ook een boeiende geschiedenis van de boogie aan.

De organisatie aan de toog verliep streng want je diende al op voorhand 1euro te betalen voor je drinkbeker. Geen wonder dat er niks op de grond lag. Je moest wel goed toezien op je eigen drinkhoudertje want kapers die euro’s verzamelden scharrelden maar wat rond. Hoe gesmeerder de werking aan de tapkast verliep, des te manker werkte het in de vestiaire: geen mens meer te bespeuren in de jassenkamer toen we rond 0h30 de zaal verlieten. Ik had een hangertje meegekregen als bewijs en dan wordt toch verondersteld dat je kledij bewaakt wordt, want een opvallende gekleurde honkbaljas is vlug meegegraaid. Het personeel van dienst had misschien al genoeg verdiend of waren ze in staking gegaan tegen de nieuwe pensioenregeling? Ik slaakte alleszins een kreet van opluchting dat mijn jack er nog hing.


naar boven

HOPPIN’ AROUND VORSELAAR GOES RETRO
Vorselaar (B), 1 augustus 2015

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Bij toeval had ik op een reclamezuil bij het zwembad in Herentals (B) een aanplakbiljet opgemerkt waarop een kleurvolle prikkelpop stond afgebeeld. De opmaak verried onmiddellijk dat het hier handelde om een jaren ’50 evenement dus even aandachtig lezen: Hoppin’ Around Vorselaar, een kroegentocht met drie groepen, Space Mosquito (I), The Hometown Gamblers en Jenny & the Jetsons. Ditmaal vond ik de opzet goed geslaagd: er waren minder groepen dan voorheen, alle drie in ongeveer dezelfde stijl en de kroegen niet te ver van elkaar verwijderd. Ook de aanvulling met oldtimers en een jaren ‘50 markt met hebbedingetjes allerhande was nieuw. Wij hadden onze pijlen gericht op The Hometown Gamblers: lang geleden had ik ze ooit in de zomer bij het deemsteren zien spelen in Rijkevorsel in openlucht langs de vaart, goede muziek en stemmige lampionnetjes. Wij naar Café de Toekomst (het sportlokaal van de beroemde veldrijder Bart Wellens) waar onze gabbers reeds voor de derde keer waren uitgenodigd en hun prachtig logo met hoefijzer en teerlingen verfraaide het lokaal. HTG spelen hoofdzakelijk rockabilly en dat is krachtige muziek. Het trio is samengesteld uit twee broers + een gitarist en was reeds opgericht in 1998. Ik miste wel de mondharmonicaspeler en een drummer, maar contrabassist Guy De Caluwé ving deze mangel handig op: als hij behendig en levendig de snaren plukt kun je moeilijk naast hem kijken. Zanger Yves De Caluwé heeft een heldere warme stem. Ze speelden songs uit hun album Dypsomania en ik hoorde onder meer Have No Place To Stay, Drunk Tonight, Gone And Left en Cry Of Distress. Ik hoop dat ze dat allemaal niet zelf hebben meegemaakt want voortgaande op deze titels zou ik mezelf begraven. Ook nummers van Hank Williams, Johnny Horton en Johnny Cash streelden onze oren. Het zijn zelfvertrouwde muzikanten en ik ben echt verheugd dat ze na een tijdelijke split weer de instrumenten hebben opgenomen. Deze volwassen band heeft hun eigen vaste rockabilly aanhang en het was tof ze nog eens gehoord te hebben.


The Hometown Gamblers

De klap op de vuurpijl moest nog volgen. We schoven door naar de volgende kroeg, de 5 voor 12, waar Jenny & the Jetsons speelden. Ik stelde me er niets van voor omdat ik ze op YouTube aan het werk had gezien in Opwijk en het geluid daar was barslecht. Het zoveelste flutgroepje, dacht ik, en daarna wegwezen. The Jetsons was eertijds ook een tekenfilmreeks op TV, de tegenhanger van de Flintstones in de jaren ’60: daar waar het tijdperk van laatstgenoemden zich afspeelde in het stenen tijdvak vond deze van eerstgenoemden plaats in de ruimte, lang na onze huidige leefwereld. Hopelijk dus geen futuristische muziek op ons bord! Er was veel begankenis in deze kneip, ik wurmde me tijdens de pauze naar voren om het lege podium te overschouwen en daar stond al een saxofoon, wat al een leuke bijtoon geeft. Tot het ogenblik aanbrak waarop zes bandleden het verhoog betraden! In één klap trok de jonge zanger mijn aandacht: een blinkende vetkuif en bam de beuk erin. Ik had gelezen dat Robin Van den Plas het aanvankelijk even geprobeerd had met een kliekje dat eerder punk voortrok, maar dat was niet zijn stijl en hij stortte zich op de rock ‘n’ roll, en dat was duidelijk te horen en te zien. De keet stond al in lichterlaaie met I’m The Lonely One van Cliff Richard, daarna volgde Twenty Flight Rock van Eddie Cochran. Deze jongeling scheen recht uit de jaren ‘50 naar hier te zijn gekatapulteerd, de bewegingen, de gloed, kortom zijn hele houding is een mengeling van Presley en Cash. Jenny, de vrouwelijke tegenzangeres, zong liedjes van Brenda Lee als Rock The Bop en Bigelow 6200 in een uptempo versie, een goed probeersel. Ze zou zich enkel nog een fifties uitzicht moeten aanmeten. Tornado van The Jiants nagelde mij aan de grond: energie om een hele straat de hele nacht van licht te voorzien. Als oude dibbes hoor ik toch liever rock ‘n’ roll dan rockabilly, hoewel de scheidingslijn soms flinterdun is. De grote goden van weleer zoals Buddy Holly, Eddie Cochran, Cliff Richard en Elvis staan voor altijd in mijn hart gegrift en deze groep vulde dat goed in. Later wankelden dronkaards naar voren, hortend en stotend. Een bezopen hufter had de sambaballen van het podium geraapt en tikte ze altijd tegen de microfoon. In het Zuid-Afrikaans noemen ze zo iemand een “gatvlieg'', iemand waar je niet vanaf raakt.


Jenny & the Jetsons

Over de derde groep, Space Mosquito, kan ik niets vertellen - naar ik vernam speelden ze voornamelijk covers uit de jaren ’80 en ’90, misschien niet slecht maar niet de muziek waarvoor ik kwam. Onderweg naar huis weer gretig gezocht naar een frituur, alles gesloten maar ik blijf hopen. Dan maar naar een kebabtent. Ik dacht gewoon een kartonnen bakje met frieten en mayonaise te hebben besteld doch die ober daagde op met een bomvolle schotel groenten die ik met moeite naar binnen kreeg verwerkt. 's Nachts lag ik dan ook lang wakker, niet zozeer van de tornado The Jetsons maar wel van een maagbom van shoarma. Pfwt…

naar boven

GOEZOT! ROOTS IN ’T HOFKE
Oud-Turnhout (B), 6 juni 2015

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Dagmar

Nu de toekomst voor Rockin’ Around Turnhout op de helling staat moeten we zeker de optredens koesteren die vzw's (vzw = vereniging zonder winstoogmerk, een Belgische rechtsvorm die ongeveer tussen een vereniging en een stichting zit. Red.) inrichten ter bevordering van de rock ‘n’ roll. Hiermee wil ik alle mensen bedanken die dat mogelijk maken. Naar jaarlijkse gewoonte had de organisatie Goezot vzw een weekeind op poten gezet met een sterk rockabilly programma. De zon was die zaterdag aardig van de partij en het 'hofke' van de pastoor stond goed gevuld.

Linksboven: Mark Sprex en Rob Glazebrook van The Playboys. Rechtsboven: Clive Osborne van The Playboys

Rond 19 uur deden we onze intrede terwijl The Playboys (GB) al flink van katoen gaven. Ik kende ze niet maar ze beïndrukten mij heel gunstig. Een saxofonist heeft bij mij een streepje voor en ik genoot. Ik hoorde Come Back Judy waarbij voor mij de gitaren iets te scherp klonken, de montere rock ‘n’ roll van Feel So Bad, en El Rocka waarbij de sax goed meespeelt en wat mij wat surfachtig overkwam (mocht wel met zo'n zonnig weer). De meeste ritmes hadden de klankmaat van twistmuziek, een versnelling minder dan rock ‘n’ roll, wat mij goed schikt. Het onstuimige is bij mij immers al wat bezonken. Tijdens de onderbreking vlug even naar de kassa die me deed denken aan een loket van de botsauto’s op de kermis, waar je langs een smalle gleuf je penningen doorgeschoven krijgt terwijl je het oor stevig tegen de spreekgaten moet houden omdat je de kassier nauwelijks hoort.


The Playboys

Daarna was het de beurt aan The Domestic Bumblebees (S) die ik op YouTube met een pianist zag die ik hier miste. Een lied dat ik onmiddellijk opving was I'm Ready van Fats Domino. Tijdens de pauze eventjes een frietje gaan halen bij het kraam dat daar stond opgesteld. De kramer had de mayonaise nogal onhandig op de puntzak geschept zodat tijdens mijn wriemelen door de menigte met deze tuut een kwak van deze crème op het weidegewas terechtkwam. Naar verluidt zou het gras daar beter van groeien. Volgend jaar kom ik kijken.


The Domestic Bumblebees

Over afsluiter Ray Collins’ Hot-Club (D) hoef ik niet veel te vertellen: we kennen ze door en door omdat ze haast elke jaar wel ergens in Nederland of België optreden, telkens met enorm succes, en dat was ook nu weer het geval. Ray Collins' Hot-Club heeft onlangs weer een nieuwe CD uitgebracht, Cutting Out, samengesteld door 40 muzikanten die een ware big band sfeer weergeven, en ook het clipje daarbij oogt weer fifties-achtig. Ik zag een nieuwe pianist, een jonge snaak van 21 jaar met een schurende stem à la Bill Ramsey, een Amerikaanse G.I. die in de jaren ‘50 deel uitmaakte van de bezettingstroepen in Duitsland. Hij leerde de Duitse taal en ging eind jaren ‘50 begin ‘60 in de muziekwereld en scoorde in Duitsland enkele bekende hits als Pigalle (Die große Mausefalle, 1961) en Ohne Krimi Geht Die Mimi Nie Ins Bett (1962) waarna hij ongekend populair werd. Ik ontwaarde ook een andere trompettist. Het vertoon waarbij saxofonist Doc Puky (zo heet hij althans op de smoeltjesboek) weer de show stal eindigde met een verblindend lichtspel.



Ray Collins' Hot-Club

Daarna nog eventjes een bakje koffie gaan hijsen in een naburig café, die tegenwoordig ook al vroeg sluiten zoals de frituren. Zijn er dan nog zo weinig zatlappen?

naar boven

MEMPHIS HEART ‘N SOUL
Enschede, 22 t/m 25 mei 2015

Verslag en foto's: Frans van Zijst, All In Produkties, fotopersbureau www.fransvanzijst.nl



Vier dagen Memphis Heart ‘n Soul in Enschede bevatte naast de vele artiesten ook optredens van Chris Connor (GB) in The Best Elvis Show On Earth, vorig jaar al zeer succesvol en op veler verzoek dit jaar terug...


...maar ook het kenmerkende geluid van onze eigen Waylon, Jerry Lee's zusje pumping Linda Gail Lewis (USA, met dochter Annie Marie) die nog even zittend op een stoeltje de tijd nam om haar nieuwe CD Heartbreak Highway te signeren...

...De Chevrolet Impala was weer het bekende terrein van de rockende Johnny & the Gangsters of Love (NL) die steeds opnieuw bewijzen dat rockabilly anno 2015 springlevend is...

...De in het hart van de Mississippi Delta opgegroeide Robert "Bilbo" Walker, vet in de zeventig, deed enige uitgekiende Chuck Berry loopjes en swingende gitaarrifs en gaf aan dat muziek er bij hem nog steeds geramd inzit...

...Def Americans (NL) houdt Johnny Cash levend...

...terwijl The Blue Grass Boogiemen (NL) de bluegrassmuziek liefhebbers in extase achterlieten.
Veel Americana met heel veel verschillende artiesten rond de sfeervolle Oude Markt in deze tweede editie van Memphis Heart ‘n Soul die volgend jaar sowieso een vervolg krijgt.


naar boven

THE BABOONS
Turnhout (B), 1 mei 2015

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie



1 mei: een verlofdag en uitnodigend zonneweer, en waarom dan eens niet gaan kijken naar The Baboons die optraden op het Warandeplein in Turnhout? Ik wilde deze heren nog eens aan het werk zien nadat ik ze in december in een spiegeltent in Ekeren (B) had gehoord en dat was behoorlijk knap. Het gezellige plein was al flink bevolkt en de muziek deed sommige onwetende omstaanders reeds beseffen dat het hier wel degelijk jaren ‘50 rock ‘n’ roll betrof, liedjes die je nooit hoort zoals Speedy Gonzales van Pat Boone, Welcome To My World van Jim Reeves en Surfing Bird van The Trashmen. De toon was al gezet! De Turnhoutse Baboons speelden op eigen terrein en gaven mij een zeer beroepsmatige indruk. Hoofdzanger Arthur De Winter heeft in de loop der jaren een echte rockabillystem ontwikkeld en zijn houding is heel zelfverzekerd. Na jaren bestaat de groep nog grotendeels uit dezelfde bezetting als vroeger en dat wijst er bij mij op dat ze onderling een hechte band vormen. Vijf jaar geleden had de saxofonist de groep verlaten en ik vreesde voor de genadesteek, maar als bij wonder hebben deze kerels de tijd met gloed overleefd en zijn ze na een stageperiode in de VS zelfs internationaal gegaan. The Baboons zijn een rock ‘n’ roll groep van het zuiverste gehalte: zware drums en contrabas hameren op het ritme en scheppen drijfkracht, een aanzwengelende piano doet wonderen en draagt bij tot de volheid van het geheel. Als liedjes hoorde ik All Set For The Weekend (pure rock ‘n’ roll), Drinking Gasoline (rockabilly), Run Baby Run (loopritme), het bluesy It’s Dark (bluesy) en de slow At Ease die me deed denken aan I Put A Spell On You. Nieuwe nummers zijn de liedjes uit hun derde CD Uptown And Back Again zoals Let Me Be en Rain. The Baboons zijn aangename binken die al vele watertjes doorzwommen en ik wens ze nog veel bijval.


De schaduwkegel van het podium strekte zich alras verder uit en gaf een koud gevoel, dus schoven we meer en meer met de zon mee zodat we op het einde van de opvoering bijna aan de gracht van het gerechtshof stonden. Een man met een Batman T-hemd groette me en deed me eventjes mijmeren: in 1966 was ik verslingerd aan deze TV-reeks die werd vertolkt door Adam West en Burt Ward. De latere Batman films vond ik te gewelddadig. Nee, het moest lollig blijven, zeker bij de gevechtsscènes waarbij men op tekstballonnetjes de uitgedeelde klappen kon lezen. In het jaar 1966 ontkiemde langzaam de hippiebeweging, maar Batman en Robin hadden nog steeds de jaren ‘50 look en daarom draag ik ze nog steeds in mijn hart. Daarna eventjes aanlopen bij het rock ‘n’ roll café Dax in de Warandestraat, een kroeg waarvan iemand op Facebook schreef dat je wel weet wanneer je er binnengaat maar niet wanneer je buitengaat. Voor mij was het de eerste keer. Versieringen van James Dean en Elvis verfraaiden het interieur op, eventjes de hand schudden van de waard (den Dax) en wat napraten. Aanvankelijk was de achtergrondmuziek ietwat te modern maar de kroegbaas gooide het roer vlug om en daar hoorden wij tot onze grote vreugde Fats Domino met Whole Lotta Loving en Johnny Otis met Willie And The Hand Jive, en dan smaakt dat soepje veel beter.



Tot slot beëindigden we onze dag in een restaurant op de Grote Markt waar mijn vriend, een Elvis fan en daarenboven nog erg lijkend op Sean Connery, weer eens werd aangesproken. De aanspreker bleek een Beatles fan en het gesprek ontspon zich in een pittig debat zodat op het eind de helft van het spijshuis meeluisterde. Resultaat was dat we een opgelucht personeel achterlieten toen we de deur van de zaak achter ons sloten.


naar boven




THE JIVE ROMEROS
Borgerhout (B), 14 maart 2015

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

Het was weer eventjes geleden dat ik de beentjes nog eens kon uitstrekken voor een goede jive, maar die gelegenheid bood zich aan op 14 maart in de Roma te Antwerpen, op touw gezet door Radio Modern. Op de affiche prijkten The Jive Romeros uit Engeland, voor mij zeker een reden om deze gasten op te zoeken. Franse of Italiaanse groepen vind ik meestal erg matig - Engelse, Nederlandse of Duitse rock ‘n’ roll bands genieten meer mijn voorkeur. We hadden de wagen geparkeerd aan de buitenrand van de stad en daar lachte Elvis ons toe op een reclamemuur van '100 jaar Coca Cola I've kissed Elvis'. Het openen van zulk flesje zou het geluid nabootsen van een sprankelende kus. Ja, de King waart nog altijd onder ons. Aan de inkom van schouwzaal Roma vertelde iemand van het personeel dat het gebouw dit jaar zou worden opgeknapt: bedoeling is de vloer en de stoelen op het balkon die 86 jaar hebben gediend te vervangen door soortgelijke elementen uit de jaren ’50. Men zou ook het verluchtingssysteem grondig aanpassen omdat er te veel condensatieschade is. Een likje verf op de zoldering mag er van mij ook bij alsook meer fraaie muurschilderingen die naar tijden van weleer verwijzen. Een bevallig jaren ’50 getooid 'snoepmeisje' dat ons verwelkomde vergastte ons gratis op een portie dropjes en allerlei lekkers op een schapje dat ze rond haar buik had gebonden. Haar wat gewaagd uitgesneden bustehouder lokte vanzelfsprekend dubbelzinnigheden uit die ze waarschijnlijk al 100 keer had gehoord, want iedereen denkt dat hij vindingrijk is. De Dipsy Doodles uit Gent trokken de volle aandacht van het publiek met lindy hop en charleston: ongelooflijk tof benenwerk, schitterend!



The Jive Romeros is jive van het zuiverste gehalte: aanvangsnummer Mambo Rock van Bill Haley zette de ganse zaal in vuur en vlam en de trein was vertrokken. Bovenvermelde liep als een rode draad door hun nummers. Songs als Buona Sera en Jump Jive And Wail van Louis Prima zijn de immer wederkerende geluiden die je bij jive groepen hoort, mij bevielen echter vooral Si Si Si van The King Brothers en I Still Love You All van Kenny Ball & his Jazzmen. Ik had me opgekleed als teddy boy met drape en vond mijn evenbeeld in deze heren. Kledij geeft nog steeds een extra vingerstrijk. Het waren mannen met klasse, goed uitgevoerd en ze mogen van mij terugkomen.


Platenruiter van dienst was Ben Mouling, tevens hoofdorganisator van Radio Modern. Nu moet ik eerlijk bekennen, maar dat is mijn mening, dat die man oervervelend begint te worden. Zelfingenomen als hij is, is hij zowel presentator, DJ en ook nog vijfde of zesde man bij de groep die optreedt. Hij zou nog in de vestiaire of in de inkomhal moeten staan om de armbandjes aan te doen. Hij kondigt graag alles in het Engels aan en heeft zo van die kleefwoorden die hij altijd herhaalt, genre 'ladies and gentlemen, make some noise'. Altijd wil hij de groepen mee uitbegeleiden met songs als Whole Lotta Shakin’ Going On of Jump Jive And Wail die hij lang en toonloos rekt met een harde stem die grollend overkomt als hij zingt. Er verschijnt binnenkort een CD met Ben's Greatest Hit: kopen dus zou ik zeggen. Als platendreuner draait hij barslecht: ik krijg de kriebels als men platen halfweg afbreekt. Bovendien had ik de indruk dat hij een boerenbal ergens in een verlaten gat opvrolijkte, want met liedjes als de Boerinnekesdans, Eviva España of Tanze Mit Mir In Den Morgen sta je voor aap wanneer je 13 mensen meebrengt die nog nooit van Radio Modern hebben gehoord en hen hebt verteld dat de muziek van de bovenste plank is, zeker als je in de inleiding van de Radio Modern webstek een prachtige originele omschrijving van de avond in kwestie voorgeschoteld krijgt. Ik denk dat hij de verkeerde platenbak had meegegrist. Nog nooit heb ik een doo-wop of surfplaat gehoord. Op andere avonden van de Benvis Brothers hoor je tot het afstompende toe dezelfde muziek. Het wordt stilaan tijd dat hij zich enkel bezighoudt met presenteren en meer geld uittrekt voor degelijke DJ’s. Hij heeft wel de mazzel dat het publiek erg volgzaam is.
Bij het buitenkomen sneed een ijzige wind door onze bezwete kledij en in mijn slaap werd ik nog bedacht met voetkrampen. Spookt de geest van 'den Ben' dan toch door mijn huis?


naar boven

ELVIS: THE 80TH ANNIVERSARY CONCERT
Rijswijk, De Rijswijkse Schouwburg, 8 januari 2015

Verslag en foto's: Frans van Zijst

80 jaar zou hij nu zijn, maar hij haalde net de 42. Het Elvis 80th Anniversary Concert trekt volle zalen en de show rockt tot en met 21 maart door.


Boven en hieronder: Chris Connor in actie



De Engelse multi award Tribute To Elvis winnaar Ben Thompson zet een gedreven jonge Elvis neer en The World's Best Elvis Performer Chris Connor doet daar niet voor onder. De band met gitarist John Healy en toetsenist Darren Green (Tribute To Jerry Lee Lewis) zorgen voor de swingende ondersteuning.


V.l.n.r. Pianist Darren Green, Ben Thompson, Eddy Ouwens (Danny Mirror), Chris Connor en Jan Rot.

Eddy Ouwens die als Danny Mirror in 1977 met I Remember Elvis Presley een wereldhit te pakken had, de zangers Erwin Nyhoff en Jan Rot plus zangeres Ria Valk die in 1961 in het TV muziekprogramma Top Of Flop Elvis helemaal niets vond en hem naar de sensuele mond van actrice Brigitte Bardot denigrerend nog een BB mondje toedichtte (terwijl Ria zelf ooit eens meedeed aan de verkiezing van de Nederlandse Elvis Presley) waren ook aanwezig bij deze show die staat als een huis en voor Presley fans een absolute must is.

Deze show loopt nog tot 21 maart in de Nederlandse theaters en u vindt de volledige speellijst op www.impactentertainment.nl.


naar boven




MONSTER MASH 14
Geel (B), 10 januari 2015

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie


Rechts: Joris Govers (drums) en Clark Kenis (contrabas) van Moonshine Reunion

Het Monster Mash festival opent altijd de deuren voor een nieuw rock ‘n’ roll jaar. Ik was er nog nooit geweest, maar bij een jive groep als The Big Six (GB) om duimen en vingers af te likken wilde ik niet ontbreken. Dit muziekfeest vond dit jaar plaats in Cultuurcentrum De Werft te Geel en wordt ingericht door VZW Rock ‘n’ Roll Outlawl. Ik had daar een hele verzameling zware motoren verwacht met langharige bebaarde bikers getooid met bandanas en veel bling bling, maar niets daarvan. We kwamen binnen rond 21 uur in een behoorlijk gevulde zaal vol rockabillies. Er was gelukkig voor zitplaatsen gezorgd want dat is toch belangrijk.


Moonshine Reunion

De groep Moonshine Reunion stond reeds in de stijgbeugels om er de beuk in te gooien. Het was weer een poos geleden dat ik deze oude rotten nog aan het werk had gezien en ik was dus erg nieuwsgierig. Hoewel ik van country, hillbilly en onbekende rockabilly niet veel pap heb gegeten vond ik ze toch weeral eerste klas. Zanger-contrabasspeler Clark Kenis begroette het publiek heel hartelijk en wenste ons voor 2015 allemaal veel 'booze, sex en vooral rock ‘n’ roll' toe. Het is neergekrabbeld in mijn notaboekje, Clark! Ik herkende songs als I'm On Fire van Jerry Lee Lewis, Ruby Don't Take Your Love To Town van Kenny Rogers en Cry Cry Cry van Johnny Cash en hoorde verder I'm Desperate en Tired Of Driving. De groep werd begeleid door een steel guitar, maar ik verkies meer de echte trucker songs. De groep verveelt niet en speelt met veel pit. Ik heb genoten van deze puike prestatie.


Linksboven: Pat "Sugar" Reyford (zang) en Ricky Lee Brawn met daarnaast nog 1/3e van The Big Six

Daarna was het de beurt aan The Big Six, dus ik mij naar voren naar het podium wurmen. Enkele straalbezopen kerels hadden de vloer daar al flink met bier overklast en zwalpten en wankelden in blote bovenlijven over en weer, dansen mocht je vergeten. De zanger leidde de opvoering in met te zeggen verheugd te zijn in Belgie te gast te zijn, een hint voor Radio Modern. De groep uitgedost in ruitenpakjes zweemt naar Bill Haley maar speelt niet enkel jive muziek. Allereerst zijn ze erg grappig met scheefbekkerij en kniebuigingen. Al bij het eerste nummer had ik door bij wie onze eigenste Vlaamse jive groep Slick Nick de mosterd haalt. De Engelsen vertolkten Out Tonight, een ska nummer dat je benen doet kriebelen, de inzwaaier New Orleans van Gary US Bonds, het rockabilly nummer 20th Century Boy, Tiger Feet van Mud uit de jaren ’70 maar schitterend bewerkt, en een kolderuitvoering van Where Is My Sombrero van The Champs. Snaaks vond ik dat de leider tijdens de voorstelling van de bandleden de naam van de saxofonist was vergeten, iedereen plat van het lachen. Hij weet het dan maar aan de leeftijd, want het waren toch allemaal mannen van midden de 50. We mochten ook Runnin’ Wild verwelkomen op het verhoog bij The Big Six: eerst toverde Patrick Ouchene een jamnummertje uit zijn hoed, daarna hadden we Crystal en Koen (Johnny Trash) die Sh Boom met de hoofdzanger meevoosden.


De blazerssectie van The Big Six

Als late groep verscheen The Spunyboys (F) van wie het me raar overkwam dat ze als laatste stonden aangekondigd. Het zijn piepjonge knullen, één brok dynamiet maar voor mij te hevig, en na twee songs had ik al mijn bekomst. Springen, duiken en acrobatische toeren, en elk lied met een opgedreven vaart. De contrabassist had een kuif van hier tot in Tokio - ik denk dat die kerel een halve dag in de kapperstoel zit en daarna een laag beton over zijn haar spuit. Ik herkende tegen Porsche snelheid My Feet Hit The Ground van Cliff Richard en All Around The World van Little Richard. Daarna werden we door de straalstroom naar buiten geblazen waarbij ik amper mijn leren jekker uit de vestiaire kon meescharrelen. De Pat Boone crooner Love Letters In The Sand zorgde daarna voor een beetje windstilte. Pfwt...


Altijd uitkijken geblazen voor Eddie (gitaar) en Guillaume (drums) van The Spunyboys... (links)
als Rémi de contrabas vast heeft! (rechts)

naar boven

JIVING WALTER GAAT NAAR DE KERMIS…
Bokrijk (B), 29 december 2014

Verslag: Jiving Walter/ foto's: Anne-Mie

HET VERLEDEN

Ik heb de kermis of foor altijd samengekoppeld met rock ‘n’ roll uit de jaren ‘50 begin ‘60. Dat heeft te maken met mijn jeugd. Ik woonde in Antwerpen dicht tegen een park en telkens als de foor in de zomer verscheen was het dolle pret. Het betrof de periode 1960-1964, ik was toen een broekventje van 12 jaar, nieuwsgierig naar de meisjes, en met 10 frank op zak moest ik het de ganse avond stellen. Eigenlijk ben ik blij dat ik de nadagen van de rock ‘n’ roll nog heb meegemaakt, want het was een reuze tijd. Stoere kauwgom kauwende sigaret rokende kerels in leren jekkers met motors, en grieten evenzeer, schuimden de botsauto’s af. Op het achteraan gespannen zeil van de attractie stonden de muziekhelden van destijds als Elvis, The Everly Bothers en Brenda Lee. Op het plankier stond een jukebox waar je zelf je begunstigde muziek kon uitkiezen. Een plaat die me steeds zal bijblijven was Somethin’ Else van Eddie Cochran (de man was reeds twee jaar dood en nog werd hij grijs gedraaid), want het opjagende ritme van deze plaat was bloedstollend. Opvallend was dat vaders met kinderen of jonge snaken in de bumperwagens door de nozems werden ontweken. Het was een soort erecode om de zwakken ongemoeid te laten. Op de rups sprongen loopjongens van de uitbater van wagen naar wagen om de muntjes op te halen. Af en toe doken ze als lenige katten naast alleen zittende meisjes als na de loeitoeter het zeil dichtklapte. De rups was een gevaarlijk tuig, eens op volle snelheid moest je je stevig vasthouden. Ook daar stond ook weer een bleerkast (jukebox, red.) waar ik altijd In Dreams van Roy Orbison hoorde, muziek die je wel 100 keer horen, dat werd je nooit beu. Het lunapark stond vol gokautomaten zoals een snoepkast gevuld met mais waarin chocolade stond ingeplant. Je moest met een hijskraan het voorwerp trachten te grijpen en alzo vervoeren naar de lade, waarna je het kon opvangen. Meestal draaide dit uit op een flop, heel logisch, want ofwel waren die repen te diep ingestoken ofwel waren de armpjes van de kraan te zwak afgesteld zodat ze van die plak afgleden. De plaat die me daar beklijfde was Nine Times Out Of Ten van Cliff Richard, muziek die ik op de radio nog nooit had gehoord, nog een reden om de kermis te bezoeken. Dan had je nog de krachttoestellen zoals een stier waarvan je de hoorns trachtte bijeen te duwen of een boksbal. Ik moet nog steeds lachen over hoe mensen soms reageerden. Aan deze tuigen zag je in de verste verte niemand, maar éénmaal je als broekventje toch je kracht wou proberen op die bal rezen die grote lummels als paddenstoelen uit de grond. Ik sloeg er willekeurig op los en behaalde een magere score. Daarop volgde een resem gozers die je met ingehouden spot een lesje wilden leren door je te overtreffen. Ik besefte later dat het hier ging om een loutere techniek: als je de boksbal die voor je uithangt van boven naar onder (het laagste punt) raakt is de hefboom groter, evenals de kracht. Tenslotte was er de schiettent waar de kalk van de pijpjes beenhard hard was zodat er amper een schilfer afvloog, dus dan maar de tanden van Lambik of Jerom uit het stripverhaal Suske en Wiske geprobeerd. Daar moest je dan weer een heel gebit uitvlammen met een hoop loodjes van barslechte kwaliteit met geweren waarbij het vizier niet deugde. Kortom, je mocht niet te veel winnen. Stiekem duwde je dan met de loop van dat schiettuig de tanden omver als de foorman niet keek. Helaas was voor mij was de pret in 1965 voorbij… andere muziek en andere jeugd!

HET HEDEN

Het provinciaal domein Bokrijk (Genk) heeft in 2014 vele dingen ingericht over de periode 1958-1973. Voor mij was het tijdsbestek 1958-1964 het boeiendst. De laatste week van het jaar was er een kermis opgesteld en het bestendige sixties museum opengesteld. Ik vroeg me af waar ze nog al die speeltuigen hadden opgedoken. Het was de bedoeling het geland wat af te wandelen, dus had men de attracties over drie verschillende punten verspreid, maar ik had deze vermakelijkheden liever bij elkaar gezien. Op sommige plaatsen kon je echt over de koppen lopen, zo druk was het. Het mini reuzenrad (dat ze toen in het Vlaams de kriebelenbuik noemden) en een zweefmolen waren de eerste bezienswaardigheden. In het sixties museum werden in een retro filmzaal (iets voor Radio Modern!) rolprentjes afgespeeld van het toenmalige BRT kolderprogramma Echo met Bob Van Bael uit 1966, echt kinderachtig en flauw, de meesten verlieten de zaal reeds na vijf minuten, maar kom, het interieur maakte veel goed. Daarboven was een bar met een gramkast en houten tafels en stoelen, met aan de muur een rits filmsterren en spoetnik lampen van eertijds. In het gebouw kon men ook keukens, woonkamers en huishoudtoestellen uit de jaren ’50 ontwaren en hoorden we The Cousins (B) met Kana Kapila, een echt swingende song, en zoiets verwarmt mijn gemoed. Een vertrek waar ik snel voorbijliep (maar mijn vrouw niet) was een hippiekroeg uit 1969 met muziek van Deep Purple, Smoke On The Water, echt niet mijn stijl, de muur volgeklad met opschriften van Che Guevara, foto’s van langharigen en anti-slagzinnen tegen het gevestigd bestel, veel te negatief en grauw, maar ieder zijn smaak. Je bemerkte in elk geval het hemelsbreed verschil tussen 1964 en 1969: op korte tijd is er in de jaren ‘60 ontzettend veel veranderd. Terug in de buitenlucht stond wat ze in Vlaanderen de kakkewalk noemen, een verbastering van het Engelse cakewalk. Alles schuift en beweegt, en als je daarbij Little Richard’s Long Tall Sally voegt ben je geheid zo mottig als een krab. Voorbij de botsauto’s waar een zeil prijkte van surfers liepen we naar de vliegtuigen langs het schietkraam naar de rups, die mij nog het meest bekoorde. Oude paardenmolens met kinderen en lachende ouders in de avondse winterlucht, en even mijmerde ik en dacht ik plots aan Strangers On A Train, de riller-film van Hitchcock uit 1951 waar op het eind van het verhaal een vechtpartij tussen twee mannen plaatsgrijpt op een paardjesmolen. Een verdwaalde kogel treft de bediener van het gevaarte en de molen slaat op drift. In een duizelingwekkende vaart tracht de snoodaard de edele die bengelt aan een paal al schoppend van het tuig af te zwieren. Ondertussen kruipt de foorman onder het alaam door en blokkeert met een hendel het hele zootje. Een volledige instorting volgt. En zoals in de films van de jaren ‘50 loopt alles goed af: de slechterik sterft en de goede overleeft. Het smoutebollenkraam kon mij helaas niet meer verleiden omdat mijn maag dat niet meer verdraagt. Een schotel stoofvlees met appelmoes en een kopje koffie waren voor mij daarentegen de max. Hopelijk stopt Bokrijk niet met dit éénmalig ontwerp en mogen we dit jaar nog méér van die dingen verwachten.

naar boven


Lees hier de oudere Rockin' Lifestyle verslagen

Terug naar de voorpagina